Bomen

Alle bomen rondom de vijver kunnen blijven staan. We doen er alles aan om schade aan de bomen inclusief de wortels te voorkomen of maximaal te beperken.

Daarom volgen we de algemene adviezen op uit de Bomen Effect Analyse (BEA) die is opgesteld door bureau Hoefakker. Deze BEA beschrijft het effect op de bomen van een aantal van de eerder ingediende oplossingen.

Inmiddels is de best scorende oplossing, de natuurlijke vijver, in diepte en contouren nog iets aangepast. Daarom hebben we met bureau Hoefakker gesproken over het effect van deze aangepaste variant op de omliggende bomen. Ook hebben we een aantal vragen voorgelegd die bij inwoners leven. De informatie op deze webpagina is het resultaat van dit gesprek.

Kroonprojectie: de kroonprojectie is het totaal aan wortels van een boom onder de grond. De kroonprojectie heeft ongeveer dezelfde vorm en afstand tot de stam van de boom als de takken boven de grond (de kroon van de boom). Het is als het ware een gespiegelde weergave van de kroon.

Beperken schade bij aanleg

We nemen de volgende maatregelen om schade bij aanleg te voorkomen of te minimaliseren:

  • We stellen een bomenwerkplan op basis van het definitieve ontwerp voor de natuurlijke vijver.
  • We verklaren het handboek bomen (van Normen instituut bomen) van toepassing op de werkzaamheden. Dit zorgt voor juiste omschrijvingen en zorgvuldig handelen bij de uit te voeren werkzaamheden.
  • We plaatsen waar mogelijk bouwhekken (met bebording “pas op kwetsbare boomzone”) op de rand van kwetsbare zones rondom de bomen om deze te beschermen. Wanneer dit niet mogelijk is, plaatsen we in ieder geval boomstambeschermers. 
  • We werken in de periode waarin de bomen geen blad hebben (december-april). Het risico op verdroging is dan vele malen beperkter.
  • Bij de graafwerkzaamheden en andere werkzaamheden rondom de bomen maken we gebruik van een ETW’er (European Tree Worker). Ook is er bij deze werkzaamheden toezicht van een speciale ETT toezichthouder (European Tree Technician).
  • We blijven met materieel zoals graafmachines en de opslag van materialen zo veel als mogelijk weg uit de kwetsbare zone (= kroonprojectie +  1,5 meter).
  • We werken met een kleinere graafmachine en graven vanuit het midden van de vijver naar buiten.
  • De grond die wordt weggegraven wordt meteen afgevoerd en niet (tijdelijk) rondom de bomen gestort om de zuurstofvoorziening voor de bomen optimaal te houden.
  • De buitenrand van het talud van de vijver komt op 5-6 meter van de stam van de bomen. Dit talud loopt met een flauwe helling af naar de vijverbak in het centrale deel van de vijver. Daarmee is de afstand van de stam van de boom tot de rand van die vijverbak zo’n 10-11 meter (zie ook afbeelding dwarsdoornede). 

Dwarsdoorsnede zonder pad

Het advies is om minimaal 1,5 meter buiten de kroonprojectie (zie kader) te blijven met graafwerkzaamheden. Hier houden we zoveel mogelijk rekening mee. Als we tijdens het graven nog flinke wortels tegenkomen passen we de vorm van de vijver in overleg met de ETT toezichthouder aan door meer afstand tot de kroonprojectie te houden. Bij een geringe hoeveelheid wortels zorgen we dat het verlies zo beperkt mogelijk blijft. Dit doen we bijvoorbeeld door:

  • grondzuigtechniek toe te passen: we zuigen grond tussen de eventuele wortels weg en laten de wortels waar mogelijk mee lopen met het talud. 
  • te zorgen voor een laag van minimaal 60 cm nieuwe bomengrond die vocht goed kan vasthouden bovenop deze wortels.
  • het eventuele snoeien van een deel van de kroon (takken) van de boom tot maximaal 20%. 

Hierdoor beperken we de schade aan grove wortels (stabiliteitswortels), maar zeker ook aan de fijne wortels.
 

Beperken schade door grondwater

Wat gebeurt er bij een regenbui?
Zoals op de tekening van de dwarsdoorsnede te zien is, staat er onderin de vijver altijd een laag water van een meter. Dit komt doordat onderin een dichte bodem van klei wordt aangebracht. Het wateroppervlak van de vijver ligt in de normale situatie 150 cm onder het maaiveld. 

  • Bij een normale regenbui stijgt de waterspiegel van de vijver licht (5-10 cm) tot boven de rand van de dichte vijverbak. Het water boven het niveau van de rand zal via de schuine taluds binnen enkele uren infiltreren in de omliggende bodem. 
  • Bij een extreme regenbui, zoals bij een bui zoals die in 2014 viel, kan de vijver zich vullen tot de buitenrand van het talud. Naar verwachting valt zo’n bui eens in de 10-15 jaar. Ook bij zo’n extreme bui zal het water boven het niveau van de rand infiltreren in de omliggende bodem, alleen gaat het dan om een (veel) grotere hoeveelheid. Dat duurt naar verwachting maximaal 48 uur.

Het water dat infiltreert in de omliggende bodem vult in beide gevallen het grondwater in de bodem rondom de vijver aan. 

Grondwater onder de Brink
Uit de uitgevoerde grondboringen blijkt dat de grondwaterstand evenals de grondslag zeer variabel is. Deze grondwaterstand fluctueert tussen ca. 150 en 250 cm onder het maaiveld. 

De natuurlijke vijver heeft beperkt invloed op de grondwaterstand. De waterspiegel van de vijver (de bovenkant van de dichte ‘kleibak’) ligt bijna altijd hoger dan of gelijk aan het grondwaterniveau. Het regenwater dat vanuit de vijver via de taluds infiltreert in de bodem zakt dus bijna altijd iets naar beneden.

De meeste schommelingen in de grondwaterstand zijn het gevolg van langdurige periodes van regen dan wel droogte. Langdurig betekent in dit geval: meerdere weken achter elkaar. 

Effect grondwaterstand op bomen
Bij oude bomen zoals op de Brink zorgen grondwaterspiegel schommelingen op korte maar ook op lange termijn voor ernstige conditieproblemen. 

Verhoging
Bij langdurige verhoging komen de huidige opnamewortels onder water te staan, waardoor deze op termijn verrotten wat de conditie ernstige schade zal aandoen. Tijdelijke verhoging van de grondwaterstand geeft nog niet gelijk rotting van de wortels. Zeker niet omdat de diepere grondlagen geen tot zeer weinig organische stof bevatten.  In de winter, wanneer de bomen in rust zijn, is de kans op schade aan wortels kleiner. In die periode is er ook bij meerdere weken van verhoogde grondwaterstand nog geen schade voor de bomen.

Verlaging
Een lage grondwaterstand zorgt op termijn voor verdroging. Doordat er regenwater via de natuurlijke vijver infiltreert in de bodem is deze verlaging minder groot. 

Effect natuurlijke vijver op hangwater
Hangwater is water tussen de boomwortels dat niet in direct contact staat met het grondwater. De bomen zijn voor een groot deel afhankelijk van dit hangwater. Dit komt doordat de wortels nu niet diep de grond in gaan door de samenstelling van de bodem (met name zandgrond).

Rondom de vijver brengen we een mooie teellaag aan van een goede bomengrond die vocht goed kan vasthouden richting de vijver.  Door aanbrengen van deze vochtvasthoudende (bomen)grond op een lager niveau dan het huidige maaiveld kunnen de bomen dieper wortelen t.o.v. het maaiveld dan in de huidige situatie. Daarnaast houdt de nieuw aangebrachte grond ook meer vocht vast dan de huidige zandgrond zodat er langer en meer(hang)water gebufferd kan worden. Daarmee wordt de situatie voor de bomen zelfs gunstiger dan nu het geval is.

Het risico op het uitzakken van hangwater via het schuine talud en daardoor op verdroging is minimaal. Dit komt door de vochtvasthoudende bomengrond, door beplanting op hellingen die in de zon liggen en door de dichte vijverbak.